Module Recht & Rekenen

De afgelopen maanden heeft een klein groepje Tilianen de lezingen van Frans Alkemade van de module Recht en Rekenen bijgewoond. Tijdens deze module legde meneer Alkemade ons aan de hand van denkspelletjes uit wat er regelmatig misgaat in de berechting van verdachten in strafzaken. Vaak worden bewijzen namelijk bij elkaar opgeteld, waardoor veel zwakke bewijzen alsnog niet tot een veroordeling leiden. Die zwakke bewijzen zouden, om tot een correcte beoordeling van de zaak te komen, juist met elkaar vermenigvuldigd moeten worden. Hier volgt een kort artikel met de nieuwe inzichten die meneer Alkemade de studenten verschaft heeft. 

Meneer Alkemade wees ons eerst op verschillende denkpatronen die ons brein intuïtief kiest, maar niet altijd tot de juiste uitkomst leiden. Onze hersenen hebben namelijk de neiging te confirmeren in plaats van falsificeren, dat wil zeggen dat we liever bevestiging hebben dat datgene wat we dachten goed is, dan dat we zoeken naar een reden waardoor het niet goed is. Denk bijvoorbeeld aan belief perseverance, een instinct wat ervoor zorgt dat datgene wat je als eerste geloofde, je standpunt zal blijven ongeacht het bestaan van nieuwe bewijzen die dit tegenspreken omdat je waarschijnlijk graag gelijk wil hebben.

Een andere veelgemaakte fout is de transposed conditional. Hiervan is sprake wanneer iemand (vaak onbewust) de hypothese en het bewijs omdraaien. Dit zorgt ervoor dat percentages op een onjuiste manier gebruikt worden, maar dat kan moeilijk te zien zijn wanneer het gebeurt in een rechtszaak. Het simpele voorbeeld dat meneer Alkemade liet zien was de volgende. De juiste bewering is als volgt:

De kans dat een dier 4 poten heeft als het een koe is, is 99,99%

De hypothese is hier dus het hebben van 4 poten, het bewijs is dat het een koe is. De transposed conditional zorgt voor een onjuiste bewering, namelijk de volgende:

De kans dat het een koe is als een dier 4 poten heeft, is 99,99%
 

Vervolgens probeerde hij de studenten een manier van denken te laten zien die deze intuïtie een omzeilt en hij beschreef het als “zitten in een rode en in een witte stoel”. Zit je in de rode stoel, dan weet je dat de verdachte schuldig is en bedenk je hoe verbaasd je bent over de feiten. Zit je in de witte stoel, dan ben je er zeker van dat de verdachte ónschuldig is, en kijk je naar hoe verbaasd je bent over de feiten van de zaak. De wiskundige methode van Bayes geeft een formule waarmee je de waarschijnlijkheid van schuld of onschuld kan berekenen. De formule hiervoor is: posterior odds (je uiteindelijke kans) = prior odds x bewijskracht.

De prior odds stel je vast op het moment waarop een willekeurige Nederlander verandert in een verdachte. De bewijskracht is een eigenschap van het bewijs en een update-factor van de prior odds. Omdat dit een vrij lastige formule is zal in deze blog hier niet verder op in worden gegaan, voor de geïnteresseerde Tilianen gerest de hoop dat deze module volgend jaar weer terug zal keren zodat ook zij hierover kunnen leren.

In de laatste drie lezingen ging meneer Alkemade regelmatig in op echte rechtszaken om te laten zien met behulp van zijn eigen rapporten hoe deze formule toegepast wordt in de praktijk. Tot slot legde meneer Alkemade uit dat er veel voor- en tegenstanders van de Bayesiaanse methode zijn, maar dat hij hoopt dat het zich zal gaan ontwikkelen in de rechtspraak, omdat het een betrouwbare manier van waarheidsvinding is.

Ik heb zelf enorm genoten van de lezingen en vond ze erg interessant en leerzaam. Ik hoop dat je deze blog leuk vond om te lezen en dat ik je een kijkje heb kunnen geven in deze module.

Liefs,

Lonneke namens de RedaCie.